Er zijn mensen die het rijden op een elektrische mountainbike ‘valsspelen’ noemen, maar een toenemend aantal vindt het een uitkomst. Bijvoorbeeld sportievelingen die graag met hun mountainbike bos en hei opzoeken, maar dat vanwege leeftijd, slecht functionerende gewrichten of slechte conditie niet meer zo goed kunnen. Ook heb je fanatiekelingen die graag nog sneller over singletracks en andere paden willen razen. Dankzij de trapondersteuning kunnen ze sneller, langer en verder.
Wat je niet zou denken is dat elektrisch mountainbiken bijna net zo intensief is als mountainbiken zonder ondersteuning. Dat blijkt uit een Amerikaans onderzoek dat vorig jaar is uitgevoerd. Dat toont namelijk aan dat de hartslag van mountainbikers op een e-mtb maar tien slagen per minuut lager is dan die van mensen die zonder ondersteuning fietsen.
In het onderzoek moesten mountainbikers een parcours van negen kilometer -met een aantal klimmetjes- afleggen op zowel een traditionele als een e-mountainbike. De gemiddelde hartslag van een groep rijders van gemiddeld 38 jaar lag op 154,8 slagen per minuut op een fiets zonder ondersteuning, terwijl de hartslag op een elektrische mountainbike op 144, 9 uitkwam. Dat is een verschil van nog geen zeven procent.
Goede conditie
Het is bij een nadere beschouwing niet zo vreemd dat het trappen maar een deel van de inspanning vormt. Mountainbiken over wisselend terrein vraagt ook om veel balans. Het
lichaam heeft daarvoor bijna alle spieren nodig. Ook zonder de pedalen rond te draaien is de mountainbiker steeds met zijn lijf in actie. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij gemotoriseerde sporten als endurorijden (terreinrijden) met een motor. Ook voor downhill mountainbiken is een goede conditie nodig, ondanks het weinige trappen.
Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt verder dat de deelnemers het elektrisch mountainbiken niet als een workout beschouwden, terwijl de hartslagmeters iets anders zeiden. Kortom: op een e-mtb werk je aan je uithoudingsvermogen zonder dat je het zo ervaart. Dat is prettig voor minder fanatieke sporters die toch wat aan hun conditie willen doen zonder de bijbehorende pijn.
Imagoprobleem
Het imagoprobleem is nog wel een punt. “E-mtb, dat is toch geen sport”, zegt iemand in een commentaar op een e-mtb-test op YouTube. “Je moet conditie opbouwen, kracht patsen en stoempen. Nu krijgen we weer van die dikkertjes op de single tracks die denken dat ze ook kunnen mtb-en.”
Ene Paul is ook kritisch op e-mountainbikers, zo blijkt uit zijn commentaar onder de video. “Snap het ook niet meer. Mensen moeten meer bewegen, maar toch komen steeds meer van zulke elektrische fietsen op de markt. Voor mensen met een lichamelijke beperking of voor iemand die zijn partner mee wil nemen om eens te mountainbiken zonder afgetraind te zijn, is het een uitkomst. Als het zo doorgaat bewegen we in de toekomst zelden meer.” Max is kort en krachtig: “Als je dan gaat mountainbiken doe dan de real shit niet die elektrische troep.”
Journalist David Lemereis testte voor Bright een elektronische mountainbike en deed daar onder andere op YouTube verslag van. “Mijn persoonlijke ervaring is dat het tegendeel waar is. Na een ritje
op de e-mtb over een parcours door de bossen zat mijn hart in mijn keel van de inspanning, ondanks dat ik door de elektrische motor ondersteund werd. Maar een dergelijk anekdote zegt natuurlijk niets. Ik zou namelijk een hele slecht conditie kunnen hebben, hoewel een recent onderzoek door een sportarts het tegendeel aantoonde.”
Net zoals bij gewone e-bikes is er ook bij e-mtb’s het onderscheid tussen pedelecs en speed pedelecs. Pedelecs beschikken over maximaal 250 W vermogen en geven trapondersteuning tot 25 km/u terwijl speed pedelecs maximaal 4 kW hebben en tot 45 km/u helpen. Elektrische mountainbikes zijn gemiddeld een stuk duurder dan gewone mtb’s.
Je kunt met een elektrische mountainbike een aardig stukje trappen, al is dat wel afhankelijk van temperatuur, het terrein, de mate van ondersteuning en het gewicht van de fietser. Onder de meest gunstige omstandigheden kom je wel 100 kilometer ver. Wie zelf amper meetrapt en in heuvelachtig fietst, haalt maar rond de 20 kilometer. En dan moet je alles zelf doen.
Carly Berendsen, beginnend fietser, zat onlangs ook voor het eerst op een elektrische mountainbike. Eigenlijk sowieso voor het eerst op een mountainbike, vertelt ze in een blog op de website van fietsenwinkel Mantel uit Arnhem. “Hoewel mijn eerste reactie op de vraag of ik misschien wilde gaan testen niet heel positief was (‘Een elektrische mountainbike? Dat is toch heel suf!’), voel ik me toch behoorlijk stoer als ik mijn eerste proefrondje fiets.” Er zit een gebruiksaanwijzing bij de fiets. “Ik moet eerlijk bekennen dat ik die niet doorgelezen heb. Dat komt deels omdat ik heel eigenwijs ben en deels omdat de fiets heel gemakkelijk en intuïtief te bedienen is. Ik begin mijn fietstocht heel bescheiden op de lichtste stand. Die geeft een beetje ondersteuning tijdens het fietsen, terwijl ik toch nog het gevoel heb dat ik zelf ook aan het trappen ben.”
Ze merkt al snel het voordeel van de elektrische fiets als ze met wat vrienden op niet-ondersteunde bikes door het heuvelachtige Sonsbeekpark Arnhem uit fietst. “Die klimmetjes kom ik een stuk sneller op dan mijn fietsvrienden op hun lichte en snelle carbon mountainbikes! Ook wanneer we bij de eerste smalle bospaadjes komen, ben ik blij met mijn fiets. Ik kan me als nieuwe mountainbiker veel beter concentreren op de bochten en obstakels op de paadjes en hoef minder op het fietsen en het behouden van mijn snelheid te letten.”
Met de hoogste stand wint ze op een klim met gemak van haar fietsvrienden. “Wanneer ik een steile klim in de eco-stand probeer, moet ik echter halverwege afstappen en het laatste stukje omhoog lopen.”
Eindoordeel
Het eindoordeel: “Een elektrische mountainbike is in mijn ogen ideaal voor iedereen die lekker wil gaan mountainbiken met vrienden, maar baat heeft bij een beetje ondersteuning. Bijvoorbeeld om een niveauverschil te overbruggen. Ook is het perfect voor iedereen die zich liever concentreert op het technische aspect van mountainbiken. Door te fietsen met ondersteuning, raak je minder snel vermoeid en kun je dus je energie in de techniek steken.”