De fiets maakt een razendsnelle ontwikkeling door. De e-bike, de bakfiets en tal van andere modellen, nieuwe technieken en interessante accessoires hebben het rijwiel van weleer volledig aangepast aan de eisen van vandaag en morgen. Toch valt er op ergonomisch gebied nog een wereld te winnen, aldus Jan Glorie. BikesBusiness sprak met Jan over ergonomische verbeteringen die de fiets kunnen perfectioneren. Met andere woorden: maak de fiets passend voor de fietser.
“Mensen zitten niet goed op de fiets,” begint Jan. “En dat leidt tot vervelende klachten. Veel van deze klachten worden niet eens onderkend.” Hij doelt hiermee feitelijk op verborgen leed, dat heel eenvoudig voorkomen kan worden door kleine, maar essentiële verbeteringen aan
onderdelen van de fiets. Het niet onderkennen van deze klachten is maar een deel van het probleem. De doorgaans verkeerde fysieke houding wordt ondergesneeuwd door een mentale houding: “Dit soort ongemakken horen er nou eenmaal bij”, is een veelgehoorde uitspraak.
Zadel en frame
Het zadel is voor het comfort één van de meest essentiële onderdelen van de fiets. “Toch is juist het zadel het ondergeschoven kindje van de fiets,” aldus Jan. “Als er al een merkzadel op een fiets zit, is dat om de fiets af te maken. Het is geen keuze vanuit ergonomisch perspectief. Waarin zit dan de essentie van een zadel? Jan legt het uit: “Bij een standaardzadel komen de edele delen, het schaambeen en de zitbotjes in het gedrang. Dat zit ongemakkelijk, waardoor mensen gaan ‘verzitten’. Dat leidt tot een verkeerde houding. Onder andere pijnlijke schouders of een gevoelige rug zijn het gevolg, net als tintelende handen. “De stand van het bekken heeft gevolgen voor de stand van de rug en andere lichaamsdelen.”
De houding op de fiets wordt ook bepaald door andere zaken, zoals de maat en geometrie van het frame, de stuurvorm en de cranklengte. “Ook hier valt nog veel te verbeteren”, aldus Jan.
Adviezen
Jan geeft aan dat er nog veel te verbeteren valt op het gebied van ergonomie. “Met een gelhoes of een schapenvacht op het zadel komen we er niet.” Maar wat dan wel, is een terechte vraag. Jan geeft een voorbeeld van een vrouw, die zes heupoperaties had ondergaan en met de gevolgen van een whiplash te kampen had. Ze had twee weken eerder een nieuwe fiets gekocht en dat was na zeventig kilometer fietsen geen succes. Hij inspecteerde de
fiets en wat bleek? Het zadel was niet goed en het frame was maat L. En de vrouw? Die was 1 meter 67 lang… “Het is niet alleen voor het fietscomfort belangrijk dat een fiets ‘past’, maar ook vanuit commercieel oogpunt,” pleit Jan. “Een rijwielhandelaar die naar de gezondheid
van zijn klanten vraagt en letterlijk maatwerk kan bieden, zet zichzelf op voorsprong: de klant is bij zo’n handelaar veel eerder bereid een fors bedrag te spenderen dan bij iemand die niet meedenkt. Een fiets die is aangepast aan de fietser, is ook veel veiliger,” zegt Jan. “Door
een goede fietshouding mogelijk te maken, wordt het fietsen comfortabeler, waardoor mensen meer in balans op hun fiets blijven zitten. De kans op ongelukken is dan veel kleiner.” Veilige fietsen zijn soms niet de fietsen die passen in het flitsende beeld dat mensen van zichzelf willen hebben. “Dat imagoprobleem moet worden doorbroken om het fietsimago verder te versterken.”
Over Jan Glorie
Jan Glorie (1965) heeft een onderwijsachtergrond, maar zijn aandacht verschoof na verloop van tijd meer naar het medische. Hij volgde een opleiding aan het Amerikaanse Serotta International Cycling Institute. Hier deed hij de nodige kennis op over ergonomie, gericht op fietsen. Zijn ervaring in het onderwijs en zijn kennis over ergonomie stellen hem in staat, praktische, gerichte adviezen op te stellen voor fietsontwerp én verkoop van fietsen.•