Nu als gevolg van de coronacrisis de beschikbaarheid van componenten minder vanzelfsprekend is, gaan ondernemingen op zoek naar waardige alternatieven. Dat ondervindt ook de Italiaanse componentenproducent Miche, bij wie de vraag de afgelopen maanden ook fors gestegen is.
De stijgende vraag naar Miche is niet alleen te danken aan ondernemingen, die op zoek zijn naar alternatieven, de producent uit San Vendemiano profiteert volop van flink groeiende vraag naar kwaliteitsproducten in de Europese fietsindustrie. “We merken dat door het cassettetekort in de branche de Miche cassettes steeds beter gevonden worden,” zegt Ruud van Mil, brand ambassador bij Louis Verwimp, die Miche in de Benelux al sinds 2009 vertegenwoordigt. “En doordat ze hun productie in eigen huis hebben, kan Michie nog steeds goed leveren. Ze zijn al jaren actief in de race en ook MTB en tegenwoordig ook in e-bike onderdelen. De productrange mag breed genoemd worden, van wielset tot complete groep, en van velg tot cassette. Het mooie nieuws is dat wij diverse cassettes en groepen op voorraad hebben liggen.”
Meegeschreven aan wielergeschiedenis
Miche is een Italiaanse componentenproducent met een rijke wielerhistorie. “De familie Michelin is met Miche al jaren een grootmacht in wielerland,” zegt Van Mill. “Denk bijvoorbeeld aan Davide Rebellin, 2de op de Olympische spelen van 2008, en in 2011 rijdend voor de Miche-Guerciotti ploeg tijdens de Vuelta. In datzelfde jaar won Stefan Schumacher van diezelfde Miche ploeg ook de eerste etappe van de ronde van Asturië, en reed dus in de leiderstrui.”
Volgens Van Mil is dit één van de voorbeelden wielergeschiedenis, die Miche meegeschreven heeft. “Miche is nog steeds zeer actief en succesvol in diverse disciplines en sponsor van diverse wielerploegen, mountainbike teams, onmisbaar op de baan, en natuurlijk ook op de e-bike en uiteraard de nieuwste hype gravel. Wij zijn, samen met Miche, trotse sponsor van het Star-Casino team, met o.a. Lucia Bramati, Eva Lechner en Marion Norber-Riberolle (U23 wereldkampioen) en Anna Kay.”